Vakken
In de schoolgids staan de lessentabellen en is meer informatie te lezen over de verschillende vakken. Hieronder zijn er een paar uitgelicht.
Les in kunst en CKV
Voor elke leerling is er de keuze om een kunstvak in het examenpakket op te nemen: muziek of beeldende vorming. Het vak heeft een praktisch en een algemeen theoretisch gedeelte met kunstbeschouwing en kunst- en cultuurgeschiedenis.
Culturele Kunstzinnige Vorming (CKV) is de algemene variant. Dit vak wordt door alle leerlingen van havo en vwo gevolgd. In de onderbouw is het vak CKV-junior geen apart vak maar geïntegreerd in projecten. Voor gymnasiumleerlingen is de (klassieke) culturele vorming geïntegreerd in de lessen latijn en Grieks.
Bij CKV bezoeken de leerlingen een groot aantal culturele activiteiten in Haarlem en daar buiten (theatervoorstellingen, concerten, exposities, dansvoorstellingen, films, etc.). Daarvan doen de leerlingen verslag met behulp van kunstwijzers. De kunstmentoren en CKV-docenten begeleiden de leerlingen bij hun keuzes en bij de verslaggeving. Een belangrijk onderdeel is de CKV-module. Deze kiezen de leerlingen in klas 4 en/of 5. De leerlingen kunnen kiezen uit verschillende kunstvormen als beeldhouwen, mode, grafisch ontwerp, een videofilm maken, een filmanimatie maken, fotograferen en het bewerken van foto's. De resultaten worden getoond op de CKV-en muziekpresentatie momenten.
Literatuur
Boeken lezen hoorde altijd al bij school, maar hoe organiseer je het aanbod van literatuur zo, dat het een ereplaats krijgt in het schoolleven van de leerlingen? Hoe maak je het een alomvattend levensvak, dat leerlingen niet alleen iets bijbrengt over de verhalen die auteurs hebben opgeschreven, maar ook over de wereld, andere culturen, filosofische denkbeelden en vooral: zichzelf, het meest boeiende onderwerp voor een tiener? Leeftijdgenoten, die zijn ook interessant. Praten met klasgenoten, over boeken waarin herkenbare of verontrustende dingen staan. Dat raakt aan het wezen van de mens.
Ons nieuwe vak Literatuur is een apart vak waarin literatuur in vertaling gelezen mag worden, waardoor we kunnen uitbreiden naar Japanse en Spaanstalige boeken. Hoe mooi is het om voor de leerlingen een totaalvak te maken, waarin ook links gelegd worden met kunst, met geschiedenis en met ckv? Aansprekende opdrachten moeten de leerlingen actief houden, praten over de boeken scherpt de geest; het gesprek over literatuur leidt tot productieve uitwisseling van ideeën en zienswijzen.
Muziek
In de onderbouw volgen alle leerlingen muziekles. In de tweede helft van leerjaar 3 wordt een aparte klas gevormd met leerlingen die muziek als examenvak willen kiezen. Zo maken ze kennis met het examenprogramma.
Het examenvak muziek begint in 4 havo en 4 vwo. Het bestaat uit meerdere onderdelen:
- veel met elkaar muziek maken, in verschillende samenstellingen (van duo tot ensemble, van popgroep tot strijkkwartet) en verschillende stijlen (van Renaissance tot Reggae en verder)
- kennis over de muziekgeschiedenis (van Middeleeuwen tot Hiphop en verder)
- muziekleer
- solfège (gehoortraining).
Rekenen
Op het ECL wordt een semester rekenen gegeven aan de klassen 1, 2 en 3. Het is van belang dat een leerling beschikt over voldoende rekenvaardigheden, zodat deze goed kan meekomen bij de vakken wiskunde, science (natuurkunde/scheikunde) en economie. Leerlingen die bepaalde rekenvaardigheden onvoldoende beheersen, moeten worden ondersteund.
Het rekenprogramma bestaat voor de klassen 1 en 2 uit de onderwerpen: Hoofdrekenen, Verhoudingen & Procenten en Meten & Meetkunde. Voor klas 3 komen de onderwerpen Hoofdrekenen, Verhoudingen & Procenten en Omrekenen & Rekenen met tijd aan bod.
Aan het begin van een semester krijgen leerlingen twee tot drie lessen waarin het mogelijk is om vragen te stellen over de vaardigheden en waarin de rekendocent het programma uitlegt. In de lessen oefenen ze op het programma Learnbeat aan hun rekenvaardigheden. In de drie daaropvolgende lessen maken de leerlingen de drie toetsen. Leerlingen met drie voldoendes zijn vrijgesteld* voor de resterende lessen. Leerlingen met één of meer onvoldoendes worden verwacht bij de rekenlessen om te werken aan hun rekenniveau. Elke onvoldoende is één keer herkansbaar. In de ondersteuningslessen zijn in totaal drie herkansingsmomenten ingepland. Een leerling bepaalt zelf op welk moment die de onvoldoende toets wil herkansen. Let op: voor een voldoende geldt dat minstens 70% van de vragen goed zijn beantwoord.
*We proberen om de rekenlessen zoveel mogelijk aan de rand van de dag in te roosteren. Op die manier ontstaan er geen tussenuren voor de leerling die is vrijgesteld van de rekenlessen. Mocht er wel een tussenuur ontstaan, dan is het de bedoeling dat je in de vrijgestelde rekenuren zelfstandig werkt in de mediatheek of in de kantine.
Het vak rekenen maakt gebruik van het programma Learnbeat. Hierop maken de leerlingen hun toetsen en oefeningen. Het rekencijfer telt niet als losstaand vak mee bij de bevordering, maar het gemiddelde cijfer telt als SO-cijfer (weging 2) mee bij het vak wiskunde.
Voor algemene vragen over het rekenonderwijs kunt u mailen naar rekenen@ecl.nl (Patrick van der Knijff).
Science en NLT
In de brugklas starten de leerlingen met drie exacte vakken: wiskunde, biologie en science. Het vak science wordt in klas 3 gesplitst in de vakken natuurkunde en scheikunde.
In de bovenbouw is het profielvak NLT (natuur, leven en techniek) een combinatievak van voornamelijk bètamodules.
Sport/lichamelijke opvoeding
Naast cultuur en bèta, neemt sport ook een belangrijke plaats in op het ECL. Op ECL-Kade zijn twee gymzalen en we sporten op de velden van voetbalclub Alliance. Er worden ook lessen gegeven op de ijsbaan, in het zwembad, bij de klimmuur en sportschool Kenamju. Verder doen we mee aan landelijke en interscolaire toernooien en organiseren we voor elk leerjaar een binnen- en een buitensportdag.
Voor brugklassers zijn er elk jaar zomersportclinics op het Zandvoortse strand. In de bovenbouw kiezen de leerlingen zelf sportonderdelen (SOK-lessen). Ze kunnen bijvoorbeeld kiezen uit suppen, Aikido en yoga. Op deze manier maken leerlingen kennis met verschillende sporten. Elke leerling volgt acht tot twaalf blokken en elk blok bestaat uit vier lessen.
Leerlingen uit de bovenbouw organiseren en begeleiden de sportdagen van de onderbouwleerlingen. Omdat het vak lichamelijke opvoeding ook gaat over samenwerken, omgaan met winnen of verliezen en hulpvaardigheid komt het vak terug bij diverse projectonderdelen tijdens de TOP-dagen.